Artikel • 7 min read
Thuiswerken verduurzamen
Een groeiend aantal bedrijven streeft ernaar om de duurzaamheid van thuiswerken te meten, maar dat is niet gemakkelijk. Hier zijn enkele best practices voor het evalueren van de milieu-impact van werknemers die thuiswerken.
Door Susan Lahey, Auteur
Laatst gewijzigd 2 maart 2023
Wat is het verschil tussen energie die in een kantoor voor 1.000 werknemers wordt verbruikt en energie die door 1.000 thuiswerkende werknemers wordt verbruikt? Dat is ingewikkeld. Bedrijven die een duurzaamheidsaudit hebben uitgevoerd, weten waarschijnlijk hoeveel stroom er op kantoor wordt verbruikt. Ze hebben het gebouw mogelijk ontworpen om op hernieuwbare energiebronnen te draaien of om energie te besparen. Mogelijk hebben ze bijgehouden hoeveel ze recyclen en composteren. Maar als een groot deel van hun personeel thuiswerkt, hoe kunnen ze dan hun duurzaamheidsprogramma's evalueren? Toonaangevende bedrijven zijn begonnen om dat uit te zoeken.
Reuters voerde een enquête uit onder 20 bedrijven en stelde vast dat 10 van deze bedrijven waren begonnen met het meten van het energieverbruik van thuiswerkende werknemers. Salesforce meldde dat thuiswerken leidde tot een daling van de emissies per werknemer met 29 procent. Facebook, nu Meta, ontdekte dat de CO2 per werknemer met de helft daalde, tot een ton, nadat het thuiswerken begon, maar het bedrijf baseerde zijn berekeningen alleen op woon-werkverkeer. Fidelity Investments startte in 2020 een duurzaamheidsprogramma en meldde dat de overstap naar thuiswerken 87 procent van de emissiereducties van dat jaar teniet deed. Het National Bureau of Economic Research stelde vast dat het industriële en commerciële energieverbruik tijdens COVID over het algemeen met ongeveer 15 procent afnam en het thuisverbruik met ongeveer 10 procent toenam.
Maar veel bedrijven vonden het idee om de duurzaamheid van thuiswerken te evalueren overweldigend.
Je kunt bijvoorbeeld het energieverbruik op kantoor niet met het energieverbruik thuis tijdens dezelfde uren vergelijken omdat mensen niet alles uitschakelen als ze naar hun werk gaan. Misschien zetten ze de verwarming of airconditioning niet eens lager omdat ze huisdieren of gezinsleden in huis hebben. Ze kunnen een partner of huisgenoot hebben die ook thuiswerkt. De vraag wordt dan hoeveel meer energie gebruiken mensen thuis en hoe wordt dat gecompenseerd door niet op kantoor te zijn?
Mensen die slechts één dag per week thuiswerken, zouden de wereldwijde emissies met ongeveer 24 miljoen ton verminderen, evenveel als de bulkemissies van Groot-Londen, met 9,5 miljoen mensen.
Het lijkt erop dat het berekenen van de CO2-reductie dooor verminderd woon-werkverkeer eenvoudig is, maar dat is het niet per se. Het International Energy Agency (IEA) schat dat als de afstand van het woon-werkverkeer van een werknemer meer dan 6 kilometer bedraagt, er sprake is van CO2-reductie door thuiswerken. Volgens het IEA is het gemiddelde woon-werkverkeer in de VS in één richting 18 kilometer. De organisatie schat dat mensen die slechts één dag per week thuiswerken, de wereldwijde emissies met ongeveer 24 miljoen ton zouden verminderen, evenveel als de bulkemissies van Groot-Londen, met 9,5 miljoen mensen.
Dan zijn er nog de vragen die twijfels opwerpen, zoals: “Wat als iemand die thuiswerkt een grotere woning koopt om een thuiskantoor te realiseren, maar hierdoor uiteindelijk meer energie verbruikt?” Of “Wat als mensen digitale nomaden worden en internationaal reizen?” Vliegtuigen behoren immers tot de allergrootste uitstoters.
Bedrijven moeten kunnen vergelijken hoe duurzaam de werkplek was met hoe duurzaam hun werknemers thuis zijn en op basis daarvan uitzoeken hoe ze verbeteringen kunnen aanbrengen. Ze moeten weten wat ze moeten meten, hoe ze dit moeten meten en wat ze eraan kunnen doen als ze vaststellen dat de emissies van werknemers thuis te hoog zijn.
Wat te meten
Bij het evalueren van de duurzaamheid van werknemers thuis kunnen bedrijven verschillende zaken meten, waaronder:
De emissiereductie door het ontbreken van woon-werkverkeer
Het energieverbruik van specifieke apparaten en technologieën die worden gebruikt
De vergelijking van het energieverbruik thuis vóór en na de pandemie, met name nadat de lockdown was afgelopen en kinderen weer naar school gingen. Hierbij spelen vele factoren een rol.
Het waterverbruik thuis vóór en na de pandemie
Het beheer van huisafval in termen van tonnage van recycling, compost en afval
Sommige bedrijven meten mogelijk alleen wat werknemers voor thuiswerken gebruiken. Microsoft meldde aan Reuters dat het dacht dat een werknemer slechts één laptop, twee monitoren en drie gloeilampen gebruikte. Het bedrijf hield geen rekening met verwarming of airconditioning of het gebruik van andere apparaten thuis. Dit vereenvoudigt de meting, maar die wordt hierdoor wel minder nauwkeurig.
Bij een uitgebreide audit spelen bij elke werknemer unieke zaken mee die van invloed zijn op de cijfers: het type verwarming en airconditioning dat ze gebruiken (in sommige gebouwen kunnen mensen hun eigen thermostaten niet instellen), of hun huis energiezuinig is, of hun apparaten en sanitair energiezuinig zijn, of ze over composteermogelijkheden beschikken, of er anderen in huis zijn, enzovoort.
Hoe dit te meten
De vraag is niet hoeveel energie een woning verbruikt of hoeveel afval deze produceert, maar hoeveel meer energie de woning verbruikt of meer afval de woning produceert in vergelijking met het niveau voorafgaand aan het thuiswerken. Veel mensen houden deze zaken niet bij, dus zou de implementatie van een bedrijfscultuur om dat wel te doen, kunnen helpen om duurzaamheidsdoelen te bereiken. Helaas is er geen eenvoudige, intuïtieve benadering hiervan, althans, nog niet.
Bij sommige rekenmodellen, zoals die van Watershed, worden geaggregeerde gegevens gemeten. De Verenigde Naties bieden een tool voor organisaties en individuen aan, terwijl individuen met tal van andere apps hun koolstofvoetafdruk kunnen berekenen. Dit kan alles omvatten, van emissies door energieverbruik en woon-werkverkeer tot de koolstofvoetafdruk van je dieet en aankopen. Sommige apps stellen gebruikers in staat om hun inspanningen op het gebied van koolstofreductie met anderen te delen, wat betekent dat koolstoftracking gegamificeerd en gemeenschapsgericht kan worden. Maar het bijhouden van deze gegevens gaat soms moeizaam. Hiervoor is bijvoorbeeld het verzamelen van de gegevens van oude rekeningen nodig en niet elke werknemer wil dit soort gedetailleerde persoonlijke gegevens aan zijn werkgever verstrekken.
Een andere manier om te meten is met tools voor het monitoren van het thuisverbruik, maar volgens sommige beoordelaars kunnen deze tools niet al je apparaten onderscheiden, waardoor ze dus minder geschikt zijn hiervoor.
Het is belangrijk om te erkennen dat er ook sociaaleconomische overwegingen zijn bij deze metingen. Werknemers kunnen zich mogelijk geen energiezuinige woningen en apparaten veroorloven die meer kosten. Huurders kunnen niet overschakelen naar hernieuwbare energiebronnen en hebben vaak minder controle over hun energierekening en factoren zoals compostering dan huiseigenaren. Met dergelijke verschillen moet rekening gehouden worden.
Bovendien moeten werknemers de gegevens over hun thuisverbruik vrijwillig verstrekken, wat betekent dat een bedrijf incentives moet identificeren die hen daartoe aanmoedigen. Een dergelijk incentive zou kunnen zijn om de woningen van werknemers groener te maken. Dit komt de duurzaamheidscijfers van het bedrijf ten goede en bespaart werknemers geld op energiekosten.
Wat eraan te doen
Sommige bedrijven dekken het energieverbruik van hun werknemers thuis door koolstofcompensaties te kopen, maar dit lost het probleem niet echt op. Aan de andere kant van het spectrum betalen sommige bedrijven de hogere energierekening van hun werknemers of investeren ze in het helpen van werknemers om over te stappen naar hernieuwbare energiebronnen voor hun woning. Er zijn verschillende manieren om werknemers te helpen duurzamere woningen te realiseren, waaronder weerbestendig maken van huizen, overschakelen naar efficiëntere verwarmings- en koelsystemen, overschakelen naar energiezuinige apparaten en sanitair met een laag debiet, kopen van aanrechtcomposters voor appartementsbewoners, enzovoort.
Door in dergelijke zaken te investeren voor werknemers die deelnemen aan initiatieven voor het volgen van duurzaamheid en het proactief verbeteren van hun thuiswerkwijzen, kan het ESG-quotiënt van het bedrijf worden verhoogd en kan dit een wenselijk voordeel voor werknemers opleveren, omdat het de waarde van hun woning kan verhogen en hun rekeningen kan verlagen.
Elk duurzaamheidsprogramma moet in het DNA, de besluitvorming en de cultuur van het bedrijf worden geïntegreerd.
Natuurlijk moet elk duurzaamheidsprogramma in het DNA, de besluitvorming en de cultuur van het bedrijf worden geïntegreerd. Een echt duurzaam bedrijf zal mensen aantrekken die zich voor duurzaam leven en werken inzetten. Werknemers zijn dan ook eerder bereid om hun emissies bij te houden en hun gegevens te delen. Bovendien zullen ze enthousiast zijn over duurzaamheidsbeloningen als ze persoonlijk in duurzaamheid investeren.
Uit recente onderzoeken blijkt dat veel werknemers thuis willen blijven werken. Bovendien zijn er tekenen dat, als dit op de juiste manier gebeurt, het onderhouden van een extern personeelsbestand het milieu ten goede kan komen. Net zoals het leren versterken en beheren van een extern personeelsbestand de werkplek naar spannende en uitdagende groei en ontwikkeling leidde, kan het inspireren van thuiswerkers om hun impact op het milieu te beheren, een enorm verschil maken bij het bevorderen van de overgang naar een groene toekomst.